1. Verwarm de oven voor op 220 °C.
2. Roer sojasaus, ahornsiroop en look door elkaar.
3. Wentel er de kip door en laat even uitlekken.
4. Leg in een met bakpapier beklede ovenschaal.
5. Schuif in de oven voor 15 minuten. Na 5 minuten bestrijk je de kipfilet nog eens met de marinade, en na 10 minuten giet je er alle resterende marinade over.
6. Verhit intussen de twee oliën.
7. Bak er de gember en het wit van de lente-ui in aan tot glazig.
8. Voeg de quinoa toe en bak even mee tot de korrels een mooi olielaagje hebben.
9. Blus met 750 ml water, draai het vuur zachter en laat in een 10-tal minuten gaar- en droogkoken.
10. Stoom de romanesco-roosjes erboven in een vergiet.
11. Neem intussen de kipfilet uit de oven, verpak in aluminiumfolie en laat 5 minuten rusten.
12. Snijd de gelakte kip in plakjes.
13. Neem de quinoa van het vuur en meng met het groen van de lente-ui, romanesco en limoensap.
14. Proef en kruid bij met peper en zout.
15. Werk af met koriander.
16. Verdeel de quinoa over de borden.
17. Drapeer er enkele sneetjes kipfilet over.
18. Lepel er wat overgebleven marinade uit de braadslee over.
19. Serveer de gelakte kip met quinoa en romanesco.

door een lepeltje lekkers