Paprika

Paprika is een vruchtgewas uit de nachtschadefamilie. Groene paprika's zijn in feite onrijpe paprika's. Afhankelijk van de variëteit kunnen ze in een later stadium allerlei kleuren aannemen: rood, oranje, geel, wit of paars. Er zijn ook langwerpige rode, gele en oranje paprika's die zeer zoet van smaak zijn: de zoete puntpaprika. Jaar na jaar reserveren onze boeren heel wat ruimte voor deze teelt die in de loop der jaren erg vruchtbaar is gebleken.

De soort komt oorspronkelijk uit Midden-Amerika, en is door Spanjaarden rond 1500 naar Europa gebracht. De naam paprika is afkomstig uit het Hongaars, waar de paprika een belangrijke rol speelt in de Hongaarse keuken.

Weetje

  • Draai eens een paprika om en check hoeveel ‘bobbels’ de onderkant telt. Zijn het er drie, dan is het een mannelijke paprika. Die bevat minder zaadjes en is beter om te stoven of bakken. Zijn het er vier, dan heb je een vrouwelijke paprika vast met meer zaadjes, maar een stuk zoeter en geschikt om rauw te eten.

 

Bewaring

Paprika’s houden niet van de koude. Bewaar ze dus niet in de koelkast maar op een koele, droge plaats (12-15°C). De kelder of berging is ideaal. Onder goede omstandigheden kan je een paprika zo tot zeven dagen bewaren. Wil je paprika’s langer bewaren, dan kan je ze invriezen, inleggen of drogen.

Gezondheid

Paprika is rijk aan vitamine C en ook bevat de vrucht een hoog gehalte aan foliumzuur. Een rode paprika bevat twee keer zoveel vitamine C als een groene paprika. En bijna 4 keer zoveel vitamine C als in een sinaasappel!

Bereiding

Paprika is zowel rauw als warm erg lekker in een grote variëteit aan gerechten. Groene paprika's kunnen beter warm bereid worden voor een betere vertering.

Recepten