

Appelflappen met kaneel en rozijntjes
ingrediënten
- 600 g bloem
- 2,5 dl melk
- 30 g verse gist
- 25 g griessuiker
- 100 g eieren
- 10 g zout
- 250 g zachte boter
- 600 g appelmoes met stukken
- 1 koffielepel kaneel
- 50 g rozijnen
Bereiding
- De bloem zeven en een bloemkring maken. Daarin doet men de gist, suiker, eieren en melk.
- Buiten de kring legt men het zout en de boter. De grondstoffen in de bloemkring mengen en geleidelijk de bloem met de punt van de vingers mengen.
- Wanneer het deeg bijna is gevormd, mengt men ook het zout en de boter mee.
- Het deeg met de handpalm tegen de tafel wrijven, met een plastieken krabber terug bijeenbrengen, en opnieuw uitwrijven. Herhalen tot het deeg glad is.
- Het deeg verdelen in 15 hoopjes en opbollen door de hand boven het deeg te zetten en draaiende bewegingen te maken. Laat 5 minuten rusten.
- De deegstukjes met een rolstok ovaal uitrollen.
- Meng de appelmoes met de rozijnen en kaneel.
- Breng een lepel appelmengsel aan, strijk de boord in met los geklopt ei en plooi het deeg dicht.
- Wat korrelsuiker op de bovenkant van de flap drukken en de koeken op een bakplaat schikken.
- Laat 45 minuten narijzen.
- De oven verwarmen tot 235°C en de flappen 15 minuten bakken.
- Het warme appelgebak met behulp van een kwast met suikersiroop instrijken.
- Suikersiroop: breng 100 ml water en 100 gr suiker aan de kook en laat dit al roerende afkoelen.