watermeloen

Watermeloen

Watermeloen is de vrucht van een komkommerachtige plant met een lange geschiedenis als dorstlesser. In de Kalahari-woestijn (in het huidige Botwana, Zuidelijk Afrika) ontdekte David Livingstone halverwege de 19de eeuw verschillende wilde varianten. Historici beweren dat de vrucht al meer dan 5000 jaar genuttigd wordt door de mens, en ze baseren zich daarbij op Egyptische tekeningen.

De Chinezen waren er toen nog niet bij: pas rond 1000 na Christus konden ze inhaken. China is nu de grootste producent ter wereld. Japanse boeren kweken ook kubusvormige watermeloenen, die ze met matig succes naar de VS trachten te exporteren. Een kubus is makkelijker te stockeren in de koelkast.

Watermeloenen bestaan uit 95% water. Het belangrijkste verschil met andere meloenen is dat de zwarte pitten bij watermeloen niet in een middenholte geconcentreerd zijn maar overal in het vruchtvlees verspreid zitten.

Gezondheid

Kubusvorm of baseball, de vorm is eigenlijk van ondergeschikt belang, want het vruchtvlees van watermeloen is in elk geval razend gezond. Om verschillende redenen. Enerzijds bevat het hoge concentraties aan vitamines (vooral A, B6 en C), voedingsvezels en kalium. Anderzijds is watermeloen rijk aan lycopeen, nauw verwant aan caroteen en verantwoordelijk voor de rode kleur (ook aanwezig in tomaat). Lycopeen heeft een bijzonder krachtige anti oxidatieve werking.

Recepten